Pacemaker problemen
PACEMAKER PROBLEMEN
Uitleg ivm pacemakers
- onderdelen:
- batterij: werkt 7-10 jaar
- generator: computergestuurd
- leidingen: naar of het rechter atrium of het rechter ventrikel. Deze doen zowel de meting als de pacing
- pacemaker magneet: deze dient geplaatst over de generator, waarna de pacemaker op asynchroon ritme springt
- mogelijke standen:
- fixed mode: dit is een vast ritme. Vooral bij oude pacemakers
- demand mode: deze geven enkel activiteit als het nodig is.
- 5-letter code:
- de eerste 3 letters zijn belangrijk.
- De 1e geeft aan in welke kamer gemeten wordt. A= Atrium, V=ventrikel, D= dual (beide)
- De 2e geeft aan in welke kamer gepaced wordt. A= Atrium, V= ventrikel, D= dual (beide)
- De 3e geeft aan wat de pacemaker doet bij meting van activiteit. T= trigger ( een activiteit veroorzaakt een pacing) I=inhibit (een activiteit geeft geen pacing) D=Dual (beide zijn mogelijk) O: een activiteit geeft geen respons
- De meeste pacemakers zijn of VVI (indien 1 leiding) of DDD (indien 2 leidingen)
Complicaties
- infectie: vaak ook endocarditis. In 90% betreft het infecties met staphylococcus epidermidis of staphylococcus aureus. De diagnose wordt gesteld met een transoesofagale echo.
- veroorzaakt een PM veneuze thrombose. Dit gebeurt frequent (30-50 %). Het geeft zelden obstructie of longembolen.
- waarom stopt een pacemaker?
- batterij leeg (zelden)
- leiding los of stuk
- generator stuk (zelden)
- oversensing van externe electrische activiteit of spieractiviteit
- wanneer geeft de pacemaker geen goede pacing?
- indien de leiding verplaatst is (dit is het meest frequent. Geeft abnormale QRS- complexen. Twiddler-syndroom: ongewenste manipulatie waardoor leiding verplaatst)
- sensing werkt niet goed
- verminderde cardiale reactie tgv hyperkaliemie of myocardischaemie
- Hoe kan een pacemaker tachycardie induceren?
- door een reëntry mechanisme
- vooral bij dubbele kamer-pacemakers
- beschermd tegen ritme boven de 14O/'
- Wat is een Runaway pacemaker?
- ritme slaat +/- op hol door lage batterij of falen van de componenten.
- geeft vaak zeer snelle ritmes (> 200/min) waardoor de patient hemodynamisch onstabiel wordt.
2. Kliniek
- stoppen van de pacemaker:
- bradycardie
- hemodynamische collaps (vermoeidheid, zwakte, syncopale neiging tot shock, congestief hartfalen, dyspnee, ischaemie, retrosternale pijn)
- tachycardie door de pacemaker
- dyspnee
- syncopale neiging
- duizeligheid
- ischaemie (retrosternale pijn)
- Pacemaker syndroom
- door asynchrone contracties: duizeligheid, dyspnee, palpitaties, syncopale neiging
3. Diagnosestelling
- Labo:
- Kalium
- Bloedgassen
- serumwaarden van medicatie
- ECG:
- met een magneet te nemen, vooral als er geen spikes op een gewoon ECG te zien zijn.
- geeft een asynchroon vastgesteld ritme
- indien geen spikes: ernstig falen van de componenten
- indien het asynchroon ritme > 10% gedaald is tov het implantatiemoment is de batterij vermoedelijk bijna leeg.
- beeldvorming
- Rx thorax: controle van de leidingen. Verplaatst? Onderdbroken? perforatie door de leidingen?
Eerste opvang
- ABC en ALS
- O2 100%
- let op bij defibrilleren. Best de paddles niet op de pacemeker positioneren.
- zo nodig transcutaan pacen
Op spoeddienst
- behandel eventuele hyperkaliemie
- Runaway-pacemaker: zo nodig leidingen chirurgisch doorsnijden
- bij stoppen van de pacemaker: tijdelijke pacemaker ter vervanging,
- trancutaan
- transveneus.
- via diep veneuze catheter, best onder beeldversterker.
- Zet de pacemaker in asynchrone modus
- zet de intensiteit maximaal.
- Voer dieper in tot verschijnen van QRS-complexen.
- controleer de pols in de lies
- pas nadien de intensiteit aan. Start met verlagen tot geen QRS- complexen meer volgen. Dan deze intensiteit opdrijven X 2 of X 3
REFERENTIES:
- Kapa S, Fong L, Blackwell CR, et al. Effects of scatter radiation on ICD and CRT function. Pacing Clin Electrophysiol 2008; 31:727.
- Nemec J. Runaway implantable defibrillator--a rare complication of radiation therapy. Pacing Clin Electrophysiol 2007; 30:716.
- Solan AN, Solan MJ, Bednarz G, Goodkin MB. Treatment of patients with cardiac pacemakers and implantable cardioverter-defibrillators during radiotherapy. Int J Radiat Oncol Biol Phys 2004; 59:897.
- Gomez DR, Poenisch F, Pinnix CC, et al. Malfunctions of implantable cardiac devices in patients receiving proton beam therapy: incidence and predictors. Int J Radiat Oncol Biol Phys 2013; 87:570.
- Marbach JR, Sontag MR, Van Dyk J, Wolbarst AB. Management of radiation oncology patients with implanted cardiac pacemakers: report of AAPM Task Group No. 34. American Association of Physicists in Medicine. Med Phys 1994; 21:85.
- Hurkmans CW, Knegjens JL, Oei BS, et al. Management of radiation oncology patients with a pacemaker or ICD: a new comprehensive practical guideline in The Netherlands. Dutch Society of Radiotherapy and Oncology (NVRO). Radiat Oncol 2012; 7:198.
- Makkar A, Prisciandaro J, Agarwal S, et al. Effect of radiation therapy on permanent pacemaker and implantable cardioverter-defibrillator function. Heart Rhythm 2012; 9:1964.
- Manegold JC, Israel CW, Ehrlich JR, et al. External cardioversion of atrial fibrillation in patients with implanted pacemaker or cardioverter-defibrillator systems: a randomized comparison of monophasic and biphasic shock energy application. Eur Heart J 2007; 28:1731.
- http://www.fda.gov/medwatch/safety/2008/safety08.htm#ElectronicMedical (Accessed on June 12, 2012).
- Chung MK, Streem SB, Ching E, et al. Effects of extracorporeal shock wave lithotripsy on tiered therapy implantable cardioverter defibrillators. Pacing Clin Electrophysiol 1999; 22:738.
Voeg een nieuwe reactie toe
Login om te reageren