Overslaan en naar de inhoud gaan

PT (protrombinetijd)

WANNEER IS BEPALEN VAN DE PROTROMBINETIJD NUTTIG?

 

- De PT is een eenvoudige test van het intrinsieke en het gemeenschappelijk
systeem van de bloedstolling en is nuttig in de volgende gevallen:

* hemorragische diathese

* preoperatief onderzoek

* het volgen van patienten met een antivitamine K behandeling

* het evalueren van de ernst van een leveraandoening of een D.I.C.

WANNEER IS DE PROTROMBINETIJD VERLENGD?

 

De voornaamste oorzaken zijn:

- een tekort aan factoren VII, X, V of II

- een tekort aan fibrinogeen

- dysfibrinogenemieen

- aanwezigheid van anticoagulerende factoren in de circulatie

- toediening van antivitamine K

- toediening van hoge dosissen heparine

- aandoeningen van de lever

- gedissemineerde intravasculaire coagulopathie (D.I.C.)

OPMERKING:
- in geval van een tekort aan een factor zal mengen van het plasma
van de patient met een controleplasma de potrombinetijd normaliseren
- in geval van de aanwezigheid van anticoagulerende factoren in de circulatie
zal menging van het plasma van de patient met een controleplasma
de protrombinetijd niet normaliseren

FYSIOLOGISCHE BASIS VAN DE PROTROMBINETIJD

 

- het coagulatiesysteem omvat 2 verschillende systemen (het intrinsieke
systeem en het extrinsieke systeem) en een
gemeenschappelijk systeem dat tot de vorming van fibrine leidt:

-> het intrinsieke systeem bestaat uit:

* prekallikreine (Fletcher-factor)
* hoogmoleculair kininogeen (Fitzgerald-factor)
* factor XII (Hageman-factor)
* factor IX (PTA, plasma-tromboplastine antecedent,
Rosenthal- factor)
* factor IX (PTC,plasmatrombosplastinecomponent,
Christmasfactor, anti-hemofiliefactor B)
* factor VIII c (AHF, anti-hemofiliefactor A)

-> het extrinsieke factor bestaat uit:

* factor III (weefseltromboplastine)
* factor VII (proconvertine)

-> het gemeenschappelijke systeem bestaat uit:

* factor X (Stuart-Prowner-factor)
* factor V (pro-accelerine)
* factor II (protrombine)
* factor I (fibrinogeen)

- De protrombinetijd (PTT) of Quick-tijd bestaat uit het bepalen
van de coagulatietijd van een plaatjesarm plasma in aanwezigheid
van calcium en weefsel tromboplasmine.

- De protrombinetijd is dus een maat voor de factoren VII, X, V, II en
fibrinogeen in het extrinsieke en het gemeenschappelijke systeem.

- kan op 2 manieren worden uitgedrukt:
* in seconden: komt overeen met de coagulatietijd van het plasma in
aanwezigheid van calcium en weefseltromboplastine

* in %: deze waarde wordt verkregen door een omrekening in %
van de coagulatietijd in seconden
-> hoe langer de PT in seconden, hoe lager de waarden in %
(patienten die behandeld worden met antivitamine K hebben vaak een
een PT < 30%)

STAALNAME
- veneuse bloedname met buisje met citraat 3.8%

 

REFERENTIEWAARDEN
- < 30 seconden
- > dan 70%
- bij behandelingen met antivitamine K: 20 - 30 %

Voeg een nieuwe reactie toe

Login om te reageren